De afgelopen twee weken kon ik weer genieten van mezelf zijn. De ’ik’ zonder al het extra “gedoe” dat komt door het leven met hersenletsel. Ik had natuurlijk altijd oordopjes, een hoed en een zonnebril bij me, maar was ook in staat om door de stad te lopen, op terrasjes te zitten, kaartspelletjes te spelen en samen met anderen een lange wandeling te maken.
Jazeker, ik was op vakantie en heb van elk moment genoten! Niet alleen was ik omringd door schitterende vergezichten en leuke mensen, ook heb ik weer een aantal dingen over mezelf geleerd.
Zuiverder versie
Na een eerdere vakantie heb ik al eens geschreven dat ik op vakantie een betere versie van mezelf ben. Of in ieder geval, zo voelt het voor mij. Op een avond was ik met een medereiziger aan het filosoferen over de wereldpolitiek en het reizen en deelde ik deze gedachte. Ze stelde een kleine aanpassing voor. In plaats van een betere versie, ben je een zuiverder versie van jezelf. Het is de ‘jij’ zonder afleidingen van het dagelijks leven, zorgen en verplichtingen. De ’jij’ die je bent als je meer in het moment leeft en daarvan kan genieten.
Ik zag wel wat in deze aanpassing. Het betekent immers dat in plaats van een andere leukere versie van jezelf, je altijd zo bent en kan zijn. Blijkbaar is het een kwestie van opletten. Opletten wanneer de sleur van het dagelijkse leven, de leuke kanten van jezelf ondersneeuwt. Ik ga dus wederom proberen met mindfulness oefeningen te voorkomen dat ik deze leuke kanten na een paar dagen weer verloren ben.
Het was voor mij een echt “Aha-moment”.
Beter voelen
Wat me deze vakantie ook weer aan het denken zette, was hoeveel beter ik me voelde. Ik denk dat dat voor de overgrote meerderheid, met een zonder hersenletsel, geldt. Iedereen houdt van vakantie en voelt zich vaak stukken beter op vakantie.
Desalniettemin was ik zeer verbaasd over hoeveel beter ik me voelde. Op vakantie had ik geen last van de beperkingen waar ik normaal haast dagelijks tegenaan loop. Ik had geen last van mistbanken in mijn hoofd, hoefde overdag niet bij te slapen, kon veel beter tegen groepen mensen en hoefde ook niet alle activiteiten en keuzes zorgvuldig af te wegen. Mijn beperkingen en mijn dagelijkse leven lijken elkaar dus in grote mate te beïnvloeden.
Hierdoor begon ik me af te vragen, waar dat aan lag. Voelde ik me beter omdat ik in een groenere en stillere omgeving was of omdat ik niet hoefde te werken en geen verplichtingen had?
Woonomgeving
Ik woon namelijk in de stad. Als ik uit het raam kijk zie ik de appartementen aan de overkant en zie en hoor ik het auto-, fiets- en wandelverkeer. Het enige groen dat ik zie, is een boom aan overkant van de straat en mijn twee neppe planten op het balkon.
Op vakantie daarentegen, was ik omringd door bergen, natuur of meren.
Weidsheid en natuur, bleek mijn hoofd heel veel rust te geven. Die uitgestrektheid en natuur was iets waar ik uren naar kon kijken. Ik heb dan ook twee weken lang met een glimlach op mijn gezicht rondgelopen. Mijn geest was stiller en ik hoefde alleen maar over vandaag na te denken. Het leven was een stuk simpeler en blijkbaar konden mijn hersenen dit goed waarderen.
Natuurlijk waren er dagen dat ik in plaats van een lange wandeling gewoon lekker een boek wilde lezen, maar die geestelijke vermoeidheid en overprikkeling bleven uit.
Ik vraag me nu dus af in hoeverre mijn stedelijke woonomgeving bijdraagt aan de beperkingen die ik ervaar door het hersenletsel. Als ik een week vakantie heb en in mijn eigen huis blijf, voel ik me namelijk nooit zo ontspannen en gezond als ik me de afgelopen vakantie heb gevoeld. Dit lijkt dan toch wel te duiden op de negatieve gevolgen van het leven in de stad.
Werk
Maar ja, als je niet in een stad woont, kan het vinden van een baan de uitdaging zijn. Ik zag mezelf namelijk best wonen in zo’n groene vallei in Zwitserland, maar je moet toch je huur en je boodschappen kunnen betalen. Ook als je in een rustige, groene omgeving in Nederland woont, dan heb je nog steeds een inkomen nodig. De vraag is natuurlijk of er op deze plekken ook banen zijn. Of ik die banen zou kunnen doen en natuurlijk of ik die leuk en uitdagend genoeg zou vinden. De echte test is dan natuurlijk in hoeverre je weer te maken gaat krijgen met je beperkingen als gevolg van je hersenletsel.
Het moge duidelijk zijn dat ik er dus nog niet helemaal uit ben. Wel ben ik me gaan afvragen hoe slim het is om in de stad te blijven wonen. Ondanks alle gemakken, zoals het openbaar vervoer en dat alles in de stad te vinden is, is het misschien voor mijn hoofd toch niet zo’n slim idee.
Dit is iets waar ik de komende maanden nog maar eens goed over ga nadenken.
Welke vakantie-realisatie is jou bijgebleven? Ben jij naar een rustigere omgeving verhuisd, om je hersenen meer rust te gunnen? In hoeverre denk je dat je woonomgeving en je dagelijkse bezigheden bijdragen aan de beperkingen die je ervaart?