Of ik weer een lange reis kon maken was iets dat ik zeer betwijfelde net na mijn hersenletsel. Maar gelukkig ging ik dat na verloop van tijd anders over denken. Kortere vakanties gingen immers ook steeds beter, misschien kon ik een lange reis ook wel proberen?
Het gewoon maar doen
Inmiddels zitten de eerste drie maanden van mijn reis erop. Jawel de helft van dit avontuur is alweer voorbij. En dat biedt natuurlijk de uitgelezen kans om even terug te kijken.
Allereerst ben ik super blij dat ik het besluit heb genomen om daadwerkelijk zes maanden op reis te gaan. Een beslissing voor op het lijstje ‘Beste beslissingen ooit‘.
Ik hoopte natuurlijk wel dat het goed zou gaan, maar ik ben aangegaam verrast met hoe goed het gaat. Het blijkt dat ik veel meer kan nu ik aan het reizen ben. Het voelt alsof ik weer een stapje dichter bij de ‘oude ‘ik’ ben.
Dat gezegd hebbende, ben ik me er ook zeer bewust van dat dit niet voor iedereen is weggelegd. Dat niet iedereen een lange reis kan maken. Niet alleen omdat het veel geld en moeite kost, maar ook omdat sommige beperkingen het gewoon een stuk lastiger maken. Als ik hulpmiddelen of dagelijkse assistentie nodig had, dan was het maar de vraag of ik dit zou kunnen doen. Ik besef me dus terdege dat ik een bevoorrechte positie heb.
Toen het reizen die eerste maand zo goed ging dacht ik wel “ik had dit veel eerder moeten doen“. Maar na hier nog eens even goed (en eerlijk) over te hebben nagedacht, denk ik er inmiddels anders over.
Veranderend inzicht
Als ik dit eerder had gedaan, denk ik niet dat het zo goed was gegaan. Ik had die vijf jaar nodig om te leren hoe ik met deze nieuwe werkelijkheid om moest gaan. Te leren wat er niet meer ging, welke compensatie strategieën helpen en hoe ik met mijn beperkte energie moest omgaan. Maar ook om mijn lichaam de kans te geven om te werken aan herstel. Tenslotte hebben alle tussenliggende slechte dagen en perioden ook een voordeel gehad.
Ze hebben me geleerd dat ik sterk kan zijn. Dat uiteindelijk dingen beter worden. Je leert wat je wel of juist niet moet doen bij een slechte dag en dat het soms gewoon een kwestie van wachten is. Wachten tot het beter gaat.
“Maar ben je dan niet bang?” die vraag heb ik wel veel gekregen in aanloop naar deze reis. Waar ik het meeste bang voor ben is om nog een keer hersenletsel op te lopen. Maar dat weerhoudt me niet van leven.
Als ik deze vraag krijg moet ik altijd denken aan een opmerking uit de tv-serie ‘Speechless’ (kijktip!) “Dat waar ik het meest bang voor was is al gebeurd, dus waar moet ik nog bang voor zijn?” En ik kan me hier wel in vinden.
Door mijn hersenletsel verloor ik mijn manier van leven, het vertrouwen in mijn lichaam en het geloof in de eindeloze mogelijkheden.
Het kostte veel moeite, inzet en energie om hier weer een deel van terug te krijgen.
Deze ervaring heeft me doen beseffen hoe belangrijk het is om ‘nu’ te leven. Om nu de dingen te doen die je gelukkig maken.
Ook ben ik erachter dat ik ervoor kan kiezen om mij op het positieve te richten en dankbaar te zijn. (Ook al kost dat misschien soms wat meer werk.)
Dat alles bij elkaar maakt dat ik geloof dat die reis op het goede moment kwam.
Resultaat van reizen
De afgelopen drie maanden merk ik dat mijn houding ook is verandert. In plaats van te overleven, het continu afwegen van activiteiten en het leven van bed-naar-bed-moment, kan ik nu veel meer genieten. Opeens kijk ik weer uit naar de activiteiten in plaats van wanneer ik weer naar bed kan. Kan ik weet dingen doen, gewoon omdat ik dat wil.
Dat gevoel van vermoeidheid wordt nu afwisselend met momenten van energie. Blijkbaar was het voor mij nodig om even geen verantwoordelijkheden te hebben, om er zo achter te komen dat dit nog steeds kan.
Om te ervaren dat hersenletsel niet mijn kwaliteit van leven minder hoeft te maken. Maar dat het dus ligt aan de keuzes die ik maak.
Zo heb ik deze drie maanden geleerd dat ik veel socialer ben dan gedacht, minder bang en nerveus ben dat ik vreesde en minder beperkt ben als ik reis.
Zolang ik inspannende of vermoeiende dagen maar afwissel met rustdagen en voorzorgsmaatregelen neem. Ook nu heb ik nog altijd oordopjes in en een zonnebril binnen handbereik.
Ook zorg ik voor rustige avonden en probeert ik zo kort mogelijk op drukke plekken te zijn. Een minimale opoffering als je het mij vraagt.
De tweede helft van deze reis zal hopelijk net zo goed gaan. En ik ga mijn best doen om nog meer nieuwe dingen te proberen, en nog meer ervaringen op te doen. Maar ook om te blijven zien hoe ver ik ben gekomen en hoe dankbaar ik hiervoor ben.
Ik voel weer dat ik leef. Hopelijk kan ik dit gevoel vasthouden als ik weer naar huis ga.
Die uitdaging zal beginnen als ik weer moet werken, maar dat is een zorg voor een andere dag. Nu weet ik in ieder geval dat ik meer kan.
Heb jij wel eens iets gedaan wat je onmogelijk leek? Hoe ging het bij jou? Kan jij de vooruitgang bij jezelf zien?
Wat een bemoedigende post Evie! Fijn om weer wat van je te lezen!